Danish-Dutch translations for hustru

echtgenote
Zijn echtgenote mocht wel vertrekken. Hans hustru fik lov til at rejse. Het is daarom moeilijk voor de Commissie om te beoordelen onder welke categorie de heer Clark of zijn echtgenote valt. Det er derfor svært for kommissionen at bedømme, hvilken kategori hr. Clark, eller hans hustru tilhører. Er kwamen toen 96 mensen om het leven, waaronder de Poolse president en zijn echtgenote en achttien leden van het Poolse parlement. 96 mennesker døde i ulykken, bl.a. den polske præsident og hans hustru og 18 medlemmer af det polske parlament.
vrouw
Hij laat een vrouw en drie zonen achter. Han efterlader sig hustru og tre sønner. Hij laat een vrouw en twee kinderen achter. Professor Biagi efterlader sig hustru og to børn. Mijn vrouw rookte ook en doet dat nog steeds. Min hustru røg også, og hun ryger stadig.