Dutch-English translations for bang

• afraid
  We should not be afraid of it. We hoeven hier niet bang voor te zijn.
  Please, what are you afraid of? Mag ik misschien vragen waarvoor u bang bent?
  You are afraid of globalisation. U bent bang voor de globalisatie.
• scared
  We should not be scared of migrants. We mogen niet bang zijn voor migranten.
  So, Mr Barroso, do not be scared, be bold! Wees dus niet bang, voorzitter Barroso, maar toon moed!
  Why is the Iranian regime so scared of women? Waarom is het regime zo bang voor vrouwen?
• fearful
  a fearful boy
• frighten
  For what are we frightened of? Want waar zijn we nu eigenlijk bang voor?
  Nobody frightens me - not even you, Mr Ferber. Ik ben voor niemand bang, ook niet voor u, mijnheer Ferber.
  We should not be frightened of it, because, if we are frightened of it, there is something wrong. We moeten er niet bang voor zijn, want er zit iets niet goed als we er bang voor zijn.

Related words

• bangerik
• Bangladesh
• Bangkok
• interrobang
• bangelijk
• bangheid
• bangerd
• Bangui
• Aubange