Dutch-English translations for staatsburgerschap

• citizenship
  Today, in the European Union, citizenship means European citizenship. Heden ten dage is in de Europese Unie het staatsburgerschap een Europees staatsburgerschap.
  This is about national citizenship and EU citizenship. Het gaat hier om staatsburgerschap en EU-burgerschap.
  We welcome the amendments to the Citizenship Act. Wij begroeten de wijzigingen in de wet betreffende het staatsburgerschap.
• nationality
  We are basing the criteria, basically, on nationality, citizenship or legal permanent residence. We baseren de criteria in feite op nationaliteit, staatsburgerschap of wettelijke permanente verblijfplaats.
  Regulations on nationality and the integration of people from third countries are still outstanding. Rond het staatsburgerschap en de integratie van mensen uit niet-lidstaten zijn nog geen regelingen getroffen.
  In addition, they are denied the nationality of the country in which they and their fathers were born. Bovendien wordt hun het staatsburgerschap geweigerd, ofschoon zij en hun voorvaders in het land geboren zijn.

Related words

• staatsbezoek
• staatsburger
• staatsbestel
• Staatsbosbeheer
• staatsbedrijf
• staatsblad