Dutch-French translations for huishouden

• ménage
  Que font à cet égard l'industrie, les usines, les ménages? Wat wordt er door de industrie in geloosd, door de fabrieken en door de huishoudens?
  La moitié des ménages sud-africains sont classés dans la catégorie des pauvres. De helft van de huishoudens in Zuid-Afrika leeft in armoede.
  Entre 5 et 9 % d'entre eux travaillent dans des ménages privés. 5 à 9 procent van alle werknemers is werkzaam in een particulier huishouden.

Related words

• thuishouden
• een huishouden van Jan Steen
• als een huishouden van Jan Steen