Dutch-French translations for leeftijd

• âge
  Le taux de suicide augmente avec l’âge. Zelfdodingspercentages stijgen dus evenredig met de leeftijd.
  Pour les jeunes, pour les personnes d'âge mûr, pour les personnes âgées ?" Jongeren, mensen van middelbare leeftijd, ouderen?"
  Il s'agit du tourisme du troisième âge. Het gaat hierbij om het toerisme van de derde leeftijd.
• durée de vie vie

Related words

• leeftijdsgroep
• leeftijdsdiscriminatie
• leeftijdgenoot
• leeftijdspiramide
• leeftijdsverschil
• leeftijdsgrens
• kalenderleeftijd
• huwelijksleeftijd
• overgangsleeftijd