Dutch-German translations for cel

• Zelle die
  Sie teilen sich eine Zelle mit drei anderen Häftlingen. Ze delen een kleine cel met drie andere gevangenen.
  Die Familie ist die kleinste Zelle im Staat. Het gezin is de kleinste cel in de maatschappij.
  Er hat in seiner Zelle nicht einmal Fensterscheiben, und das im Winter. In de ramen van zijn cel zit niet eens glas, en dat in de winter.
• Arrestzelle die
• Gefängniszelle die
  In der Einsamkeit seiner Gefängniszelle kämpft Hu Jia heute allein gegen seine Krankheit. In de eenzaamheid van zijn cel vecht Hu Jia thans alleen tegen zijn ziekte.
• Haftraum der
• Karzer der
• Mönchszelle die

Related words

• celstraf
• bloedcel
• telefooncel