Dutch-German translations for imker

• Bienenzüchter der
  Wir stimmen voll und ganz mit Frau Lulling in dem überein, was sie bezüglich der Schwierigkeiten der Bienenzüchter sagt. Wij zijn het volledig eens met wat mevrouw Lulling zegt over de moeilijkheden die de imkers kennen.
  Darüber hinaus sollten wir Aufklärungskampagnen und Weiterbildungen unterstützen, die junge Bienenzüchter ermutigen, in diesem Sektor aktiv zu werden. Er moet ook worden gezorgd voor steun aan informatiecampagnes en opleidingen die jonge imkers zullen aanzetten om in de sector te stappen.
• Bienenzüchterin die
• Imker der
  In Europa mussten viele Imker ihre Tätigkeit einstellen. In Europa zijn al veel imkers failliet gegaan.
  Wen interessiert es denn schon, daß Imker kaum Nachwuchs in ihrem Beruf haben? Wie zou het immers interesseren dat imkers nauwelijks opvolgers in hun beroep hebben?
  Hier dürfen wir die Imker nicht alleine kämpfen lassen. Bij die strijd mogen we de imkers niet in de steek laten.
• Imkerin die
• Beutner der
• Beutnerin die
• Bienenhalter der
• Bienenhalterin die
• Bienenmutter der
• Bienenvater der
• Zeidelmeister der
• Zeidelmeisterin die
• Zeidler der
• Zeidlerin die

Related words

• imkerin
• klimkers
• imkerij