Dutch-German translations for tegelijk

• gleichzeitig
  Wir können jedoch nicht alles gleichzeitig erledigen. We kunnen echter niet alles tegelijk doen.
  Gleichzeitig gibt es auch positive Initiativen. Tegelijk zijn er positieve initiatieven.
  Jetzt müssen sich alle gleichzeitig bewegen. Men moet nu tegelijk in beweging komen.
• auf einmal
  Es ist schade, dass wir sie alle auf einmal diskutieren. Het is jammer dat we ze allemaal tegelijk behandelen.
  Es fragt sich, ob die zahlreichen frommen Wünsche aus dem Bericht alle auf einmal in Erfüllung gehen können. De vraag is of de vele goede wensen uit het verslag allemaal tegelijk kunnen worden verwezenlijkt.
  Da mein Kollege Chris Patten heute gleich zwei Gipfel auf einmal hat, möchte ich in Vertretung seiner Person einige der Punkte beantworten. Daar mijn collega, de heer Patten, vandaag twee toppen tegelijk moet bijwonen zal ik proberen in zijn plaats een antwoord te geven op enkele vragen.
• zugleich
  Dies ist dramatisch und lächerlich zugleich. Het is tegelijk tragisch en lachwekkend.
  So einfach ist das und doch zugleich so schwierig. Het is zo simpel en tegelijk zo moeilijk.
  Das Problem ist kompliziert und sehr einfach zugleich. De zaken zijn tegelijk ingewikkeld en heel eenvoudig.

Related words

• tegelijkertijd
• een tegelijk
• veel zaken tegelijk doen