Dutch-German translations for zaterdag

• Samstag der
  Ich fahre am Samstag in den Kosovo, Herr Kommissar. Mijnheer de commissaris, zaterdag reis ik naar Kosovo.
  Der Samstag, der 5. Januar, war der entscheidende Tag in dieser Hinsicht. Zaterdag 5 januari was in dit opzicht een beslissende dag.
  Die Arabische Liga wird am Samstag über eine Flugverbotszone diskutieren. De Arabische Liga zal zaterdag praten over een vliegverbod.
• Sonnabend der
  Dieses Geschehen vom letzten Sonnabend, dessen Zeuge ich war, werde ich niemals vergessen. Dat ik er afgelopen zaterdag getuige van was zal mij altijd bijblijven.
  Am Sonnabend begann in Budapest der ungarische "Marsch der Würde". Zaterdag werd in Boedapest de "Mars voor Waardigheid” gelopen.
  Ich habe über dieses Thema am letzten Sonnabend mit Frauen in Kiew, in der Ukraine, gesprochen. Afgelopen zaterdag heb ik over dit onderwerp gesproken met vrouwen in Kiev in Oekraïne.
• Sabbat der
• Satertag der

Related words

• zaterdagochtend
• zaterdags
• zaterdagavond
• zaterdagmiddag
• zaterdagnacht
• paaszaterdag
• pinksterzaterdag
• zaterdag rond het middaguur
• op zaterdag