Dutch-Italian translations for aanleren

• insegnare
  In collaborazione con le famiglie, le scuole possono svolgere un ruolo fondamentale per insegnare ai bambini a mangiare in maniera sana. Scholen kunnen in samenspel met families een essentiële rol spelen bij het aanleren van gezonde eetgewoonten
  La scuola può e deve svolgere un ruolo importante nell'insegnare buone abitudini ai bambini, che trascorrono a scuola gran parte della loro giornata. De school kan en moet een belangrijke rol spelen bij het aanleren van goede gewoonten aan kinderen, aangezien zij een groot deel van hun dag daar doorbrengen.

Related words

• aanleiding
• aanleg
• aanleggen
• aanleerbaar
• aanleunen
• aanlegplaats
• aanleveren
• aanlengen
• aanlegpaal