Dutch-Italian translations for kans

• opportunità
  Come ho detto, abbiamo perduto un'opportunità . Dat is, zoals ik eerder aangaf, een gemiste kans.
  Dovremmo rallegrarci dell' opportunità che ci è offerta. Wij moeten die kans met beide handen aangrijpen.
  Non dovremmo perdere tale opportunità. We moeten deze kans niet laten lopen.
• possibilità
  E' una possibilità che ci dobbiamo concedere. Dit een kans die we moeten grijpen.
• chance
  La Serbia ha come ulteriore chance la Vojvodina. Servië heeft nog één kans: de Vojvodina.
• occasione
  L'Europa non può farsi sfuggire questa occasione. Europa kan het zich niet veroorloven deze kans voorbij te laten gaan.
  Dobbiamo cogliere quest'occasione. We moeten deze kans met beide handen aangrijpen.
  Abbiamo adesso l'occasione di agire. Wij hebben nu de kans om daadwerkelijk iets te doen.
• probabilità
  Bisogna guardare al rischio e alla probabilità. We moeten dat risico en de kans daarop onderzoeken.
  Detto questo, la probabilità che si verifichi è opinabile. Het is intussen de vraag hoe groot de kans op zo’n epidemie is.
  Ci sono buone probabilità che tale clausola venga inserita. De kans is groot dat zo'n clausule in de overeenkomst wordt opgenomen.

Related words

• kansloos
• kansel
• kanselier
• herkansing
• herkansen
• kansrekening
• kansarm
• kansspel
• bondskanselier