Dutch-Portuguese translations for lezen

• ler
  O senhor deputado devia ler o acordo! U moet het akkoord eens lezen!
  É preciso, pura e simplesmente, ler este relatório. Men moet dat rapport gewoon lezen.
  Vamos ler aqui as entrelinhas. We zullen hier eens tussen de regels lezen.
• leitura
  Estamos a falar de algo que tem que ver com a promoção de livros e da leitura.Iets dat te maken heeft met het promoten van het boek en van het lezen.
  A leitura do texto é elucidativa. Door de tekst te lezen zal alles duidelijk worden.
  Esse dossier constitui uma leitura interessante. Dat dossier is de moeite van het lezen waard.

Related words

• liplezen
• voorlezen
• proeflezen
• belezen
• lezenswaardig
• uitgelezen
• inlezen
• ongelezen
• alleen-lezen