Dutch-Portuguese translations for nieuws

• noticiário
  Acabei de ouvir no noticiário que está próximo dos 110 dólares/barril. De laatste keer hoorde ik in het nieuws dat de olieprijs bijna 110 dollar per vat heeft bereikt.
  Hoje de manhã puderam tomar conhecimento através dos noticiários que as forças militares de Israel se retiraram de uma cidade.U heeft vanochtend op het nieuws gezien dat de Israëlische troepen zich uit één stad hebben teruggetrokken.
  A senhora comissária não poderia verificar esses sistemas, de forma a que não seja sempre tão negativa a imagem veiculada nos noticiários? Zou u niet eens willen kijken naar die systemen, zodat dat niet voortdurend zo negatief in het nieuws komt?
• notícias
  Tenho boas notícias para todos vós. Ik heb goed nieuws voor u allemaal.
  Não fugimos às más notícias e às notícias desagradáveis. We zijn niet weggelopen voor het slechte nieuws of voor problemen.
  Contudo, também há boas notícias.Er is echter ook enig goed nieuws.
• telejornal

Related words

• nieuwszender
• nieuwslezer
• nieuwsgierigheid
• nieuwsgierig
• nieuwsblad
• nieuwsbrief
• nieuwsanker
• nieuwsfotograaf
• nieuwslijst