Dutch-Portuguese translations for verkopen

• vender
  Qual é a prioridade? Vender ou viver? Wat gaat vóór: verkopen of leven?
  A União Europeia não pode vender a alma. De Europese Unie mag haar ziel niet verkopen.
  Vender armas não é como vender frigoríficos, camisolas ou computadores. Wapens verkopen is niet hetzelfde als ijskasten, T-shirts of computers verkopen.

Related words

• dooverkopen
• uitverkopen
• doorverkopen
• verkopen als zoete broodjes
• aan de deur verkopen
• de huid niet verkopen voor de beer geschoten is
• men moet de huid niet verkopen voordat de beer geschoten is
• flauwe kul verkopen
• iemand een oorvijg verkopen