Dutch-Portuguese translations for verzoening

• conciliação
  Está envolvida num processo de conciliação com o Paquistão. Het is betrokken in een proces van verzoening met Pakistan.
  No quinto capítulo, falamos da conciliação da vida profissional e familiar. In het vijfde hoofdstuk gaat het over de verzoening van gezins- en beroepsleven.
  Esse foi um esclarecimento de natureza pessoal e contribuiu para a conciliação! Dat was een persoonlijke verklaring om tot verzoening te komen!
• reconciliação
  Na ausência de uma reconciliação nacional, a reconciliação com a Europa também não será viável. Zonder nationale verzoening is er ook geen verzoening met Europa mogelijk.
  A segurança começa com a reconciliação. Veiligheid begint met verzoening.
  Temos de pugnar pela reconciliação nacional. Er moet gewerkt worden aan nationale verzoening.

Related words

• verzoenen
• onverzoenlijk
• verzoenend
• onverzoenbaar
• verzoendeksel
• verzoenings-
• verzoenlijk
• zich verzoenen met het verleden