Dutch-Portuguese translations for wankelen

• cambalear
• vacilar
  Com a fé e a palavra por única arma, só ele fez vacilar os regimes da intolerância. Alleen met zijn geloof en zijn woorden wist hij het onvrije regime aan het wankelen te brengen.
  Por conseguinte, o colega Schulz vê a sua maioria a vacilar, desejando por isso o reenvio em comissão.Daardoor voelt u uw meerderheid wankelen en wil u het voorstel terugverwijzen.
  A Eurolândia parece vacilar sob a pressão de ondas de dinheiro que foge de obrigações italianas, gregas, espanholas e francesas para se refugiar em títulos alemães. Euroland lijkt te wankelen onder druk van stromen geld die uit Italiaanse, Griekse, Spaanse en Franse obligaties vluchten in Duitse.

Related words

• wankelend
• aan het wankelen brengen
• doen wankelen