Dutch-Spanish translations for afronden

• concluir
  Tenemos que concluir la ronda de Doha de la OMC. We moeten de Dohaonderhandelingen van de WHO afronden.
  Llevar a buen término no es lo mismo que concluir. Met succes bekronen is meer dan afronden.
  Tengo una última reflexión para concluir. Ik zou willen afronden met een laatste overweging.
• redondear
• terminar
  Voy a terminar, señor Presidente. Ik zal afronden, mijnheer de Voorzitter.
  Terminar una negociación no es lo mismo que lograr éxito en ella. Onderhandelingen afronden is iets anders dan onderhandelingen succesvol afronden.
  Croacia terminará las negociaciones de adhesión este año. Kroatië zal de toetredingsonderhandelingen dit jaar afronden.

Related words

• afronding
• afronden naar beneden
• iets afronden