Dutch-Spanish translations for brok

• cordillera mazacote
• cúmulo
• fragmento
• gota
• grumo
• mota
• parte
  Aparte de eso, hay una cuestión en la que discrepo ligeramente de lo dicho por el Sr. Brok. Overigens verschil ik op een klein punt van mening met de heer Brok.
  Estaría agradecida si el señor Brok y el señor Saryusz-Wolski pudieran salir y discutir en otra parte. Ik zou het op prijs stellen als de heren Brok en Saryusz-Wolski hun discussies elders voortzetten.
  La resolución del colega Brok no tiene en cuenta, por otra parte, esta postura desigual de la opinión pública. Met deze ongelijke publieke instelling houdt de resolutie van collega Brok overigens geen rekening.
• pedazo
• pieza
• pizca
• porción
  Se trata de una porción sustancial de la base imponible. Dat is een reusachtige brok van de belastinggrondslag.
• prominencia
• recrescencia
• retazo
• trozo

Related words

• gebroken
• afgebroken
• verbroken
• ononderbroken
• spijsbrok
• brokstukken
• brokaat
• verbrokkelen
• hondenbrok