Dutch-Spanish translations for huur

• alquiler
  Sin embargo, el Parlamento pagaba el alquiler al Ayuntamiento de Estrasburgo. Het Parlement betaalde de huur echter aan de gemeente Straatsburg.
  La familia llevaba cuarenta años sin pagar el alquiler, a pesar de que una orden judicial la obligaba a hacerlo. De familie had veertig jaar lang geen huur betaald, ondanks een rechterlijk bevel dat voorschreef om huur te betalen.
  Todavía estamos pagando el alquiler de los complejos Ardenne y Ravenstein. Wij betalen nog steeds huur voor het Ardenne- en het Ravensteingebouw.
• arriendo
• renta

Related words

• schuur
• huurmoordenaar
• huurhuis
• schuurpapier
• schuurmiddel
• graanschuur
• huurdoder
• huurling
• schuurziekte