English-Dutch translations for bitter

• bitter
  Nu is het een bitter leerproces. Now it is in a bitter learning process.
  De waarheid ziet er helaas anders uit en is bitter. Unfortunately the truth is different and bitter.
  Onze ervaringen zijn wat dat betreft bitter. And we have already had bitter experience.
• scherp
  Dat biedt mijns inziens mogelijkheden tot samenwerking. Het zou in ieder geval veel van de scherpe kantjes van het huidige debat halen, die volgens mij volledig overbodig zijn. I believe these would be ways of cooperating, and they would remove much of what I believe to be utterly unnecessary bitterness from the present debate.
• verbitterd
  Ik wil wel een paar verbitterde woorden als Oostenrijker zeggen. Let me say a few bitter words as an Austrian.
  Over dit verlies aan slagvaardigheid zijn veel ondernemers natuurlijk nogal verbitterd. Many entrepreneurs are naturally very bitter about this consequent stagnation in activity.
  Ik moet zeggen, meneer Solana, dat ik me gefrustreerd, verbitterd maar vooral diep verontwaardigd voel. I must say, Mr Solana, that I feel frustrated, embittered and, above all, highly indignant.

Definition of bitter

• Having an acrid taste (usually from a basic substance
• Harsh, piercing or stinging
• Hateful or hostile
• Cynical and resentful
• A liquid or powder, made from bitter herbs, used in mixed drinks or as a tonic
• A type of beer heavily flavored with hops
• To make bitter
• A hardware system whose architecture is based around units of the specified number of bits (binary digits

Examples

• The coffee tasted bitter
• Theyre bitter enemies
• Ive been bitter ever since that defeat

Related words

• bitterly
• bitterness
• embitter
• Sunbittern
• bitters
• embittering
• embittered
• bitterling
• bittersweet