English-Dutch translations for monopoly

• monopolie
• alleenbezit
• alleenrecht
  Niemand heeft het alleenrecht op ethiek. No one has a monopoly on ethics.
  Het initiatiefrecht is geen alleenrecht. There is no monopoly of initiative.
  Dit “monster” heeft het alleenrecht om wetsvoorstellen te doen. This ‘monster’ has a monopoly on tabling bills.
• monopolist
  Internationaal goederen- en personenvervoer over de weg wordt zo binnen de interne markt overgeleverd aan de monopolisten. International and internal road transport of goods and passengers is thus handed over to the monopoly companies.

Definition of monopoly

• A board game in which players use play money to buy and trade properties, with the objective of forcing opponents into bankruptcy

Related words

• Boardwalk