English-Dutch translations for vehicle

• voertuig
  We hebben nu het volmaakte voertuig. We now have the perfect vehicle.
  Het komt aan op de mensen, niet op het voertuig. It is about people, not vehicles.
  Het is geen probleem om de motor van het voertuig om te zetten. The conversion of vehicle engines is not a problem.
• vehiculum
• vehikel
  schriftelijk. - (DE) Het asielrecht moet het vehikel worden voor een massale en ongekende toestroom van immigranten. The right of asylum is to become a vehicle for mass immigration on an unprecedented scale.
  Ik denk dat het Kwartet een heel belangrijk vehikel is, maar dat het niet alles is. I think the Quartet is a really important vehicle, but it is not everything.
  Voor het overige denk ik dat beeld het beste vehikel voor culturele diversiteit is. For the rest, I believe that film is the best vehicle for cultural diversity.

Definition of vehicle

• A conveyance; a device for carrying or transporting substances, objects or individuals
• A medium for expression of talent or views
• The main excipient that conveys the active ingredient of a drug
• A mode or method of spiritual practice; a yana

Related words

• antivehicle
• vehicle tag
• vehicle registration plate
• vehicle inspection
• vehicle) inspection pit
• vehicle fire
• vehicle identification number
• vehicle construction
• vehicle manufacturing