German-Dutch translations for gemächlich

• geleidelijk
• leuk
• op zijn gemak
• rustig
  Ik moet u zeggen dat die drie mensen de zaal zijn binnengewandeld, niet rustig binnengewandeld en snel binnen geglipt zijn, maar toen hadden zij de spandoeken nog niet ontplooid. Ich möchte Ihnen mitteilen, dass diese drei Leute nicht gemächlich hereinspaziert kamen, sondern hereinhuschten, zu diesem Zeitpunkt aber waren ihre Spruchbänder noch zusammengerollt.

Related words

• Gemach
• gemacht
• abgemacht
• gemachte
• ausgemacht
• selbstgemacht
• hausgemacht
• Ungemach
• Eingemachtes