German-Dutch translations for kleinigkeit

  • kleinigheid
    Het uitbetalen van loon over de stakingsperiode is een kleinigheid. Die Zahlung der Bezüge während des Streiks ist eine Kleinigkeit. Het is maar een kleinigheid, maar wij moeten trouw blijven aan de feiten. Es ist eine Kleinigkeit, aber wir sollten den Fakten entsprechen. Op het ogenblik hebben we een bereik van 1 300 km, wat geen kleinigheid is. Wir haben es nun mit einer Reichweite von 1 300 km zu tun, was keine Kleinigkeit ist.
  • onbenulligheidSlechts door een onbenulligheid als het weglaten van de cijfers "19" van het jaartal, ontstaat een levensbedreigende situatie. Durch eine Kleinigkeit wie das Weglassen der Ziffern "19" vor der Jahreszahl entsteht eine lebensbedrohliche Situation.
  • aalmoes
  • bagatel
  • een beetje
  • futiliteit
    Dan is dikwijls slechts een futiliteit nodig om de strop aan te trekken. Da bedarf es dann oft nur einer Kleinigkeit, dass sich die Schlinge um den Hals zuzieht.
  • minnetjes
  • onbelangrijke hoeveelheid
  • zever

Trending Searches

Popular Dictionaries

DictionaryPro.net

DictionaryPro.net is a free online dictionary with more than 14 million translations.

Terms of Use   Privacy Policy   Cookies   Contact Us

Auf DeutschEn españolPå svenskaSuomeksiEestikeelne

Mindmax
Content is based on Wiktionary articles.
Text is available under Creative Commons Attribution-ShareAlike license.
© 2004-2024 DictionaryPro.net