German-Dutch translations for zusammenstoßen

• botsen
  Onze zorg betreft natuurlijk niet alleen de chauffeurs zelf, maar ook de passagiers in de personenauto's waar ze mee botsen. Nicht nur die Fahrer selbst werden getötet, sondern auch die Familien in den anderen Fahrzeugen, mit denen diese Lastwagen zusammenstoßen.
• elkander ontmoeten

Related words

• Zusammenstoß
• zusammenstellen
• Zusammenstellung
• Frontalzusammenstoß
• zusammenstauchen
• zusammenstürzen
• zusammenstossen
• zusammenstreben
• zusammenstöpseln
• Schiffszusammenstoß