Italian-Dutch translations for negoziare

• onderhandelen
  We moeten onderhandelen met de Commissie en we moeten onderhandelen met de Raad. Bisognerà negoziare con la Commissione e il Consiglio.
  Wij hebben er heel hard over moeten onderhandelen. Abbiamo dovuto negoziare a lungo su questo punto.
  Wij hebben daarom de opdracht gekregen te onderhandelen. Abbiamo ricevuto allora il mandato a negoziare.

Related words

• negoziato
• negoziante
• negoziazione
• negoziatore
• negoziatrice
• rinegoziare
• negoziabile
• negoziabilità
• rinegoziabile