Danish-Dutch translations for familie

  • familie
    Zij en haar familie zijn vluchtelingen. Hun og hendes familie lever som flygtninge. Mijn familie bestond uit boeren en ambachtslieden. Min familie var landmænd og håndværkere. Wit-Rusland hoort thuis in de Europese familie. Belarus hører med til den europæiske familie.
  • gezin
    Je kunt geen gezin onderhouden met een McJob! Du kan ikke forsørge en familie på et McJob! Er staat met andere woorden "het gezin" en niet "het gezin in al zijn verschijningsvormen" . Der står med andre ord "familien" og ikke familien i dens forskellige former. Het stichten van een gezin mag geen handicap vormen. Familier bør ikke være noget handicap.

Trending Searches

Popular Dictionaries

DictionaryPro.net

DictionaryPro.net is a free online dictionary with more than 14 million translations.

Terms of Use   Cookies   Contact Us

Auf DeutschEn españolPå svenskaSuomeksiEestikeelne

Mindmax
Content is based on Wiktionary articles.
Text is available under Creative Commons Attribution-ShareAlike license.
© 2004-2024 DictionaryPro.net