Dutch-Czech translations for voorbereiden

• připravit
  Měli bychom se připravit na budoucnost. We moeten ons voorbereiden op de toekomst.
  Musíme se tedy připravit na dovoz plynu. Wij moeten ons dan ook gaan voorbereiden op het importeren van gas.
  Na to se musíme zodpovědně připravit. Daar moeten wij ons op verantwoorde wijze op voorbereiden.
• chystat
• připravovat
  Naším hlavním posláním je připravovat kvalitní právní předpisy. Onze belangrijkste taak is het voorbereiden van goede wetgeving.
  Na tento scénář se musíme začít připravovat už nyní. Op dit scenario moeten we ons vanaf nu gaan voorbereiden.
  Moderní vysokoškolské vzdělání by mělo důkladně připravovat studenty ke vstupu na trh práce. Het hedendaagse hoger onderwijs moet de studenten gedegen voorbereiden op de arbeidsmarkt.

Related words

• voorbereid
• voorbereiding
• onvoorbereid
• voorbereide
• voorbereidend
• werkvoorbereiding
• voorbereidsel
• de voorbereiding