Dutch-Danish translations for aanzien

• anseelse
  Den slags spilfægteri skader Unionens anseelse. Dit soort praat voor de Bühne schaadt het aanzien van de Unie.
  Men Europas anseelse hos borgerne er også på spil. Maar in de ogen van de burgers gaat het ook om het aanzien van Europa.
  Det vil også øge EU's anseelse i verden. Dit zou ook het aanzien van de EU in de wereld verhogen.
• anseende
• prestige
  De nyder stor respekt blandt europæiske forbrugere takket være deres prestige. Dankzij hun prestige is hun aanzien onder Europese consumenten groot.
  Dengang havde Europa-Parlamentet ikke samme magt og prestige som i dag. In die tijd had het Parlement nog niet zoveel macht of aanzien als nu.
  Det giver ingen prestige, til trods for at det er arbejde, der udføres til gavn for hele samfundet. Het is werk dat weinig aanzien geniet, ondanks het feit dat het de hele gemeenschap ten goede komt.

Related words

• aanzienlijk
• aanzienlijke
• aanziende
• onaanzienlijk
• man van aanzien
• van aanzien
• iemand niet voor vol aanzien