Dutch-Danish translations for hen

• høne
• dem
  Uddan dem godt, og vis dem vejen. Onderwijs hen goed en laat hen de weg wijzen.
  Vi må støtte dem, og vi må hjælpe dem. We moeten hen steunen en we moeten hen helpen.
  Germán Becker Alvear. Vi byder dem velkommen og takker dem for deres besøg. Wij heten hen welkom en bedanken hen voor hun bezoek aan het Parlement.
• kylling

Related words

• lachen
• geschenk
• hennep
• loochenen
• maischen
• hengst
• lynchen
• lunchen
• glimlachen