Dutch-English translations for insect

• insect
  Fungi - unlike insects that come and go - come and stay. Anders dan insecten, die komen en gaan, komen schimmels en blijven ze ook.
  When we usually think of insects, the associations they conjure up are not particularly pleasant. Wanneer wij aan insecten denken, hebben we daar meestal niet de meest prettige associaties bij.
  We want to see insects and wild plants flourish in our countryside. Wij willen op het platteland de insecten zien gedijen en de wilde planten welig zien tieren.
• bug
  These flies are a bother. I’ll get some bug spray and kill them
  The software bug led the computer to calculate 2 plus 2 as 3
  He’s got the flu bug

Related words

• insectivoor
• insecteneter
• insectensteek
• insecticide
• insectenkunde
• insectenhotel