Dutch-English translations for uitkleden

• disarray
• dismantle
• disrobe
• strip
  There are still Members here who would strip away the testing requirements almost completely: ‘Trust us, they are chemical companies’ is their argument. Er zijn ook nog steeds afgevaardigden die de voorgeschreven tests vrijwel geheel willen uitkleden: “Geloof ons, het zijn chemische bedrijven” is hun argument.
  The countries were in dispute over the ownership of a strip of desert about 100 metres wide.
  Papier mache is made from strips of paper
• undress
  The European Parliament is only waking up to this now that EU citizens are being obliged to undress both literally and financially in front of the US. Pas nu de EU-burgers zich financieel en fysiek voor de Verenigde Staten moeten uitkleden, wordt het Europees Parlement wakker.
  Electronically undressing citizens, with or without 'guarantees', is totally unacceptable and it needs to be roundly and decisively condemned straight away. Het elektronisch uitkleden van burgers is onaanvaardbaar, met of zonder "waarborgen”. Deze maatregel moet onmiddellijk, volledig en vastberaden worden veroordeeld.
  to undress a wound

Related words

• uitklapmenu
• uitklappen
• uitklaring
• uitklaren
• zich uitkleden