Dutch-French translations for berekenen

calculer
Parce que ce sera la seule manière de le calculer. Want dat zou de enige manier zijn om het te berekenen. Mais aujourd’hui, il doit calculer la taxe due sur le prix d’achat. Nu moet hij de belasting echter op basis van de koopprijs berekenen.
compter
Plusieurs plans relatifs à SMAP 3 en sont déjà au stade de la signature et leur mise en œuvre devrait durer trois ans à compter de janvier 2006. Momenteel bevindt zich een reeks projecten in de fase van ondertekening, en naar men aanneemt zal de duur daarvan drie jaar bedragen, te berekenen vanaf 1 januari 2006. Elle s'est fait imprimer l'avis de pension et elle a ainsi appris qu'elle pouvait compter sur 1.130, -- DM par mois. Zij heeft haar pensioen laten berekenen en vernomen dat zij maandelijks 1.130 DM zal ontvangen.