Dutch-French translations for boodschappen

• courses
  Il cuisine, il fait les courses, mais il n'est pas très doué pour faire le lit! Hij kookt, hij doet boodschappen, maar het bed opmaken kan hij niet zo goed!
  Ils sont allés faire leurs courses, chercher des médicaments et du lait pour bébés, introuvable à Gaza. Ze zijn boodschappen gaan doen, op zoek naar medicijnen en melk voor baby's, die in Gaza niet verkrijgbaar is.
  N'avez-vous jamais pensé à la manière dont ils doivent affronter certains problèmes, même en faisant simplement leurs courses? Heeft u er ooit aan gedacht hoe zij alleen al bij het boodschappen doen met onopgeloste situaties worden geconfronteerd?

Related words

• boodschapper
• boodschappenmandje
• boodschappentas
• boodschappenlijstje
• boodschappenlijst
• boodschappen doen
• boodschappen lopen
• geef niet de boodschapper de schuld
• schiet niet op de boodschapper