Dutch-French translations for cadeau

• cadeau
  En revanche, ça n'est pas seulement un cadeau tombé du ciel. Het is echter niet iets dat God ons cadeau doet.
  Quel ministre refuserait un tel cadeau? Welke minister zou zo'n cadeau weigeren?
  Le plus grand cadeau que nous puissions faire n'est pas l'argent. Het grootste cadeau dat wij kunnen geven is niet geld.
• don
• présent
  Le plus beau cadeau que le groupe PPE-DE pourrait faire à Karl-Heinz serait de le laisser retirer les points faibles du rapport qu'il a présenté. Het mooiste cadeau dat de PPE-DE-Fractie Karl-Heinz kan geven, is hem zelf de zwakke kanten van zijn verslag te laten herroepen.
  Enfin, je pense que, les fêtes chrétiennes en vue, l'adoption de ce règlement représente un beau cadeau fait aux citoyens européens et à l'Europe elle-même. Ten slotte ben ik van mening dat de goedkeuring van deze verordening, zo vlak voor de kerstdagen, een cadeautje is voor zowel de burgers van Europa als Europa zelf.

Related words

• geschenk