Dutch-French translations for verwaandheid

• fatuité
• jactance
• orgueil
  Seules la prépotence, l'ignorance et l'orgueil - les trois ensemble - peuvent expliquer une réaction comme celle qui a mené les deux chambres à adopter la loi dont nous parlons. Alleen arrogantie, onwetendheid en verwaandheid - die drie elementen tezamen - kunnen de twee wetgevende kamers ertoe hebben bewogen hun goedkeuring te hechten aan de wet waarover wij het hier hebben.
• outrecuidance
• vanité
  Vous y décelez la vanité de nos pères fondateurs. U bespeurde daarin een zekere verwaandheid van de oprichters van de Gemeenschap.

Related words

• verwaand
• verwaand heerschap
• verwaand worden
• verwaand mens