Dutch-French translations for woonplaats

• localité
  Dans la localité où j'habite en Allemagne, se trouve un home paroissial pour enfants. In mijn woonplaats in Duitsland is er een kerkelijk kindertehuis.
  Monsieur le Président, un jeune de ma localité, Apeldoorn, a envoyé la semaine dernière un e-mail émouvant sur la paix au Moyen-Orient. Mijnheer de Voorzitter, vorige week stuurde een jongere uit mijn woonplaats Apeldoorn een roerend mailtje over vrede in het Midden-Oosten.
• résidence
  Le principe de base est que le choix du tribunal dépend du lieu où les parties concernées ont leur résidence habituelle. In uitzonderingsgevallen kunnen ook de nationaliteit of woonplaats beslissend zijn.
  Ils devraient avoir la possibilité de voter dans leur lieu de résidence d'origine. Ook zij moeten in hun oorspronkelijke woonplaats kunnen stemmen.
  Lorsqu'un délinquant sexuel est libéré, la police est informée de son lieu de résidence. Wanneer een zedendelinquent wordt vrijgelaten wordt de politie van zijn woonplaats geïnformeerd.