Dutch-German translations for argumenteren

• argumentieren
  Gegner der Forderung von Herrn Schulz argumentieren mit der Gewaltenteilung. Tegenstanders van de stelling-Schulz argumenteren over de scheiding van machten.
  Frau Präsidentin, liebe Kolleginnen und Kollegen! Ich glaube, wir müssen hier wirklich genau argumentieren. Mevrouw de Voorzitter, collega's, ik vind dat we hier echt heel precies moeten argumenteren.
  Deshalb bitte ich darum, bei der Beurteilung eines solchen Pakets vielleicht etwas vorsichtiger zu argumentieren. Daarom zou ik u willen vragen bij de beoordeling van dit maatregelenpakket wat voorzichtiger te argumenteren.
• erörtern
• Gründe anführen

Related words

• argument
• argumentatie
• beargumenteren
• tegenargument
• argument tegen
• argumentum e silentio
• vals argument