Dutch-German translations for café

• Bär der
• Café das
  Wir haben es gerade vollbracht, die Raucher aus den Cafés herauszubringen. We zijn er net in geslaagd de rokers de cafés uit te krijgen.
  Es gibt Versicherungen auf Gegenseitigkeit für Frauen, für Cafébesitzer und so weiter. Er zijn mutualiteiten voor vrouwen, voor café-eigenaren en ga zo maar door.
• Kaffeehaus das
• Wirtschaft die
  Ich kann hier ein Beispiel nennen, ein Beispiel einer Wirtschaft in meinem eigenen Wahlbezirk, die Mittagsmahlzeiten anbietet. Ik kan als voorbeeld een café in mijn kiesdistrict aanhalen waar ook lunches werden geserveerd.
  Dem Wirt - dem Inhaber der Wirtschaft - wurde von dem ortsansässigen Gesundheitsbeauftragten mitgeteilt, daß er sein Rindfleisch nicht mehr rosa servieren dürfe. De caféhouder - de beheerder van het café - kreeg van de plaatselijke ambtenaar van de Inspectie Milieuhygiëne te horen dat hij geen kortgebakken biefstuk meer mocht serveren.

Related words

• kunstcafé
• cafetaria
• buurtcafé
• stamcafé
• internetcafé
• eetcafé
• baancafé
• cafeïne
• cafeetje