Dutch-German translations for term

• Begriff der
  Was bedeutet dieser ein wenig bürokratisch klingende Begriff? Wat is dat voor een bureaucratische term?
  Der Begriff hat sich seit 40 Jahren bewährt. De term bewijst zijn waarde nu al 40 jaar.
  Jetzt ist dieser Begriff aber angebracht. Nu is het gebruik van de term echter wel op zijn plaats.
• Bezeichnung die
  Ich glaube, das ist die allgemein anerkannte Bezeichnung. Volgens mij zijn dat de gebruikelijke termen.
  Ich wäre dankbar, wenn das Parlament die Bezeichnung Myanmar ebenfalls vermeiden würde. Ik zou liever hebben dat ook het Parlement deze term zou vermijden.
  Ich sage lieber Kosova, denn so lautet die albanische Bezeichnung für das Kosovo. Ik zeg liever Kosova, want dat is de Albanese term voor Kosovo.
• Term der
• Terminus der
  Ich ziehe den Begriff „Gleichgewicht“ dem Terminus „Kompromiss“ vor. Ik gebruik liever de term "evenwicht" dan "compromis".
  In den einzelnen Mitgliedstaaten hat der Terminus "Verfassung" eine unterschiedliche Bedeutung. In iedere lidstaat heeft de term "grondwet" een andere lading.
  Ich habe im Wirtschaftsausschuss vorgeschlagen, den Terminus 'Agrokraftstoff' zu verwenden. Binnen de Economische en Monetaire Commissie heb ik voorgesteld om de term "agrobrandstof" te gebruiken.

Related words

• watermeloen
• eenterm
• computermuis
• botermes
• Vättermeer
• determineren
• tweeterm
• botermelk
• Waterman