Dutch-German translations for trefwoord

• Eintrag der
• Lemma das
• Stichwort das
  Auch hier heißt das Stichwort: Integration. Ook hierbij luidt het trefwoord: integratie.
  Lebenslanges Lernen ist ein Stichwort. Levenslang leren is een belangrijk trefwoord.
  Drittes Stichwort: Zugang zu Informationen. Derde trefwoord: toegang tot informatie.

Related words

• tref
• treffer
• treffen
• overtreffen
• aantreffen
• betreffende
• trefzeker
• doeltreffendheid
• desbetreffend
• trefpunt