Dutch-German translations for voertuig

• Fahrzeug das
  Es kommt auf den Menschen an, nicht auf das Fahrzeug. Het komt aan op de mensen, niet op het voertuig.
  Wir riskieren eine Implosion dieses Fahrzeugs! We riskeren dan ook dat dit voertuig onder de druk zal bezwijken!
  Wie sollen beispielsweise tote Tiere aus einem Fahrzeug entfernt werden? En hoe worden dode dieren uit het voertuig verwijderd?
• Vehikel das
  Verpackungen stellen darüber hinaus das Vehikel der Globalisierung, des Welthandels und der sozialökonomischen Entwicklung dar. Verpakking is bovendien het voertuig van globalisering, van wereldhandel en van sociaal-economische ontwikkeling.
• Aufhänger der
• Fuhrwerk das
• Gefährt das
• Instrument das
• Lenkfahrzeug
• Medium das
  Die Presse ist ein wichtiges Medium für Tabakwerbung und verfügt über eine umfangreiche grenzüberschreitende Wirkung. De pers is een belangrijk voertuig voor de promotie van tabak en een die sterk grensoverschrijdende effecten heeft.
• Mittel das
• Transportmittel das
• Verkehrsmittel das
• Wagen der
  Um die Wahrheit zu sagen, der Lenker des europäischen Wagens sitzt auf dem Rücksitz. Laten wij er geen doekjes om winden: de chauffeur van het voertuig Europa zit op de achterbank.

Related words

• vrachtvoertuig
• luchtkussenvoertuig
• pantservoertuig
• amfibievoertuig
• motorvoertuig
• hulpverleningsvoertuig
• luchtvoertuig
• halfrupsvoertuig
• brandweervoertuig