Dutch-Lithuanian translations for familie

• šeima
  Aš palaikau glaudžius santykius su jo šeima. Ik sta in nauw contact met zijn familie.
  Vieną kartą per mėnesį leidžiama susitikti su šeima. Bezoek van familie is slechts een keer per maand toegestaan.
  Žinoma, mintimis mes su Gilado Shalito šeima. Onze gedachten gaan vanzelfsprekend uit naar de familie van Gilad Shalit.
• giminė
  Tada nepažįstamo žmogaus nelaikysime pašaliečiu, laikysime žmonių giminės, Dievo šeimos broliu ar seseria. Šv. Dan zien we de vreemdeling in ons midden niet als een vreemd wezen, maar als een broeder of zuster uit de menselijke familie, uit Gods familie.
  Aš jau paskelbiau pareiškimą Europos Parlamento vardu, išreikšdamas mūsų užuojauta jų giminėms ir artimiesiems. Ik heb namens het Europees Parlement al een verklaring afgelegd waarin ik onze innige deelneming heb betuigd aan de familieleden en vrienden van de slachtoffers.
  Viešas mokslinių tyrimų, prevencijos, gydymo ir paramos pacientams bei jų šeimoms ir giminėms finansavimas svarbus ne tik pats savaime. Het openbaar karakter van onderzoek, preventie, behandeling en ondersteuning van patiënten en hun families en gezinsleden is uitermate belangrijk, en niet alleen om principiële redenen.
• šeimyna

Related words

• gezin