Dutch-Polish translations for afwezigheid

• nieobecność
  Jego nieobecność jest spowodowana koniecznością przygotowana się do tego spotkania. Zijn afwezigheid heeft te maken met de voorbereidingen hiervoor.
  Jej nieobecność jest dowodem na to, że podejmujemy działania. Haar afwezigheid getuigt echter van het feit dat wij ook werkelijk actie ondernemen.
  Jednak najbardziej rzuca się w oczy nieobecność Rady. Het meest schrijnend is echter toch wel de afwezigheid van de Raad.

Related words

• afwezigheid versterkt de liefde
• in afwezigheid van
• bij afwezigheid
• in afwezigheid van leven
• schitteren door afwezigheid
• schitteren door zijn afwezigheid