Dutch-Polish translations for muur

• mur
  Wznosi się między nami i nimi mur, wyższy niż mur berliński. Tussen hen en ons groeit een muur die hoger is dan de Berlijnse Muur.
  Mówimy, że napotykamy na mur milczenia. Bij ons noemt men dat "op een rubberen muur stuiten”.
  Świętujemy dwudziestą rocznicę upadku muru berlińskiego, muru będącego symbolem hańby. We vieren het feit dat de Berlijnse Muur, die muur van de schande, twintig jaar geleden gevallen is.
• ściana
  "Ściana wstydu” w Jerozolimie powinna zostać zburzona, mordercze ataki na osoby cywilne, kobiety i dzieci muszą ustać, a wszyscy więźniowie polityczni muszą zostać uwolnieni. De muur der schande in Jeruzalem moet worden afgebroken, de moordaanvallen op burgers, vrouwen en kinderen moeten ophouden en alle politieke gevangenen moeten worden vrijgelaten.
• gwiazdnica
• wał

Related words

• stadsmuur
• vogelmuur
• muurpeper
• muurtegel
• muurbloem
• muurschildering
• brandmuur
• vuurmuur
• plamuur