Dutch-Portuguese translations for dikwijls

• frequentemente
  O sucesso atrai frequentemente forças contrárias. Succes roept dikwijls tegenkrachten op.
  Criticamo-los frequentemente por causa do seu custo, da sua burocracia e do seu secretismo. Wij bekritiseren deze comités dikwijls wegens hun kosten, bureaucratie en geheimhouding.
  Existe uma canção muito bonita, na Dinamarca, que cantamos frequentemente em família. In Denemarken bestaat een bijzonder fraai lied, dat we in ons gezin dikwijls zingen.
• seguido
• a miúdo
• amiúde
  Os trabalhadores domésticos são amiúde objecto de discriminação e podem ser facilmente sujeitos a um tratamento desigual, desleal ou abusivo. Huishoudelijk personeel wordt dikwijls gediscrimineerd en kan gemakkelijk op ongelijke of oneerlijke voorwaarden behandeld worden. Ook kan er gemakkelijk misbruik worden gemaakt van hun diensten.
  Os trabalhadores em situação ilegal são amiúde explorados pelos seus empregadores; não têm acesso aos benefícios da segurança social ou a cuidados de saúde. Zwartwerkers worden dikwijls uitgebuit door hun werkgevers en ze hebben geen recht op sociale zekerheid of gezondheidszorg.
  O debate que versa sobre temas relacionados com a igualdade de oportunidades não é frequente, e seria desejável que tivesse lugar mais amiúde. Het komt niet dikwijls voor dat het thema van de gelijke kansen voor mannen en vrouwen het onderwerp van discussie is, en het ware toe te juichen als dat in de toekomst vaker het geval zou zijn.
• muitas vezes
  A estabilidade e a segurança dependem muitas vezes delas. Stabiliteit en veiligheid zijn daar dikwijls van afhankelijk.
  Temos de conciliar interesses, que muitas vezes não são conciliáveis entre si. Een rapporteur moet belangen met elkaar verzoenen die dikwijls niet verenigbaar zijn.
  Muitas vezes é o crime organizado que está por trás deste fenómeno. Achter dit verschijnsel gaat heel dikwijls de georganiseerde misdaad schuil.

Related words

• dik
• prediker
• predikant
• Prediker
• kattenstaartdikpoot
• dikbuikig
• dikhoornschaap
• dikke
• dikkopje