Dutch-Portuguese translations for waarheid

• verdade
  O todo é a única verdade real. De enige echte waarheid is de hele waarheid.
  A verdade completa é a única verdade. De enige waarheid is de hele waarheid.
  É chegado o momento da verdade. Nu is het uur van de waarheid aangebroken.
• realidade
  Temos de encarar a realidade de frente. We moeten de waarheid in de ogen kijken.
  Uma parte da realidade, apenas, não chega. Een gedeelte van de waarheid volstaat niet.
  É imperativo que não mascaremos a realidade. Het is van groot belang dat we de waarheid vertellen.
• verdades

Related words

• schijnwaarheid
• onwaarheid
• zwaarheid
• waarheidigheid
• waarheidsgetrouw
• waarheidstabel
• waarheidswaarde
• waarheid of durven
• waarheid als een koe