Dutch-Spanish translations for dik

• espeso
• grueso
• ancho
• denso
• gordo
  Una niña de ocho años en realidad no entiende qué significa estar demasiado gordo. Een kind van acht begrijpt immers nog niet echt wanneer je te dik bent.
  Algunos de los expedientes a los que tenemos que dar acceso son así de gordos. Sommige dossiers die we toegankelijk moeten maken, zijn wel zó dik.
  Había oído en la escuela repetidas veces que sobre todo uno no tiene que estar gordo, pero no era suficientemente consciente de cómo comer de forma sana y de lo que es una ración normal. Zij had op school wel veel gehoord dat je vooral niet dik moet zijn, maar had onvoldoende eigen besef over hoe je nu gezond moet eten en wat een normale portie is.
• viscoso
• voluminoso
  Acostumbro a presidir las votaciones y nunca he visto un expediente tan voluminoso para un único informe. Ik heb al vaak de stemming voorgezeten, maar zo'n dik dossier voor een enkel verslag heb ik nog nooit gezien.

Related words

• prediker
• predikant
• Prediker
• dikwijls
• kattenstaartdikpoot
• dikbuikig
• dikhoornschaap
• dikke
• dikkopje