Dutch-Spanish translations for koor

• coro
  No nos contentamos con seguir siendo un coro. We willen geen Grieks koor blijven.
  Estamos cansados de ser un coro griego en esta tragedia. We zijn het beu om als Grieks koor te fungeren in deze tragedie.
  Había una orquesta, se escuchó el himno y había un coro; y hoy hemos comenzado con el himno ¿no es verdad? Er waren een orkest en een koor, en het volkslied was te horen. En begonnen we vandaag ook niet met het volkslied?

Related words

• akkoord
• koortsig
• hooikoorts
• regeerakkoord
• koorts
• koord
• eenkoorn
• kerkkoor
• goudkoorts