Dutch-Spanish translations for marokkaan

• marroquí
  Esta era de origen marroquí y el Sr. Le Pen, ayer por la noche, en la televisión, habló de un marroquí. Deze persoon was van Marokkaanse afkomst en de heer Le Pen heeft gisteravond op televisie gesproken over een Marokkaan.
  Insistió, ante Christine Ockrent, diciendo: »No, no era un francés, era un marroquí». Tegenover Christine Ockrent heeft hij duidelijk gezegd: " neen, het was geen Fransman, het was een Marokkaan" .
• marroquin

Related words

• Marokkaanse
• Marokkaans
• Marokkaans Arabisch
• Marokkaanse dirham